De verhoging van de btw op overnachtingen in hotels en vakantieparken van 9 procent naar 21 procent gaat vooralsnog door, zo besloot de Tweede Kamer onlangs. De maatregel heeft echter flinke gevolgen voor de toerismesector in Nederland. Zowel Stef Driessen van ABN Amro als Jos Klerx van Rabobank waarschuwen voor de negatieve impact die het met zich meebrengt.
Volgens het kabinet leidt de btw-verhoging tot een daling van 6,75 procent in het aantal overnachtingen, maar waar de overheid volgensDriessen, Sector Banker Hotels & Leisure bij ABN Amro, onvoldoende rekening mee houdt is de kettingreactie die dit veroorzaakt in de toeristische sector. “Minder toeristen betekent ook minder uitgaven in de aanverwante sectoren zoals horeca, winkels en excursieaanbieders,” stelt Driessen.
Jos Klerx, Sectormanager Horeca en Recreatie bij Rabobank onderschrijft de zorgen van Driessen. Hij stelt dat de btw-verhoging de investeringsruimte van hotels en vakantieparken zal verkleinen, met name op het gebied van verduurzaming en digitalisering. “Hotels moeten investeren om aan de toekomstige eisen te voldoen, zoals verduurzaming en digitalisering vanwege het personeelstekort. Als de investeringsruimte kleiner wordt, kan dit leiden tot een neerwaartse spiraal van dalende kwaliteit en concurrentiekracht,” aldus Klerx.
Volgens ABN AMRO reserveren hotels jaarlijks 4 tot 6 procent van hun omzet voor herinvesteringen in meubilair, faciliteiten en apparatuur. Driessen: “Minder inkomsten verkleint de investeringsruimte, wat kan leiden tot minder onderhoud en een lagere kwaliteit van accommodaties. Hierdoor wordt de sector minder aantrekkelijk, voor zowel toeristen als voor zakenreizigers.”
Ook hebben hotels straks minder ruimte voor essentiële investeringen in verduurzaming. Uit een recent onderzoek van consultant Horwath HTL, uitgevoerd onder 354 hotelmanagers, blijkt dat 40 procent van de hotelmanagers verwacht minder te investeren in duurzaamheid als gevolg van de aangekondigde btw-verhoging, oplopend tot 64 procent bij driesterrenhotels. “Verminderde investeringen treffen vooral toeleveranciers, zoals bouwbedrijven en landschapsarchitecten”, schetst Driessen. “Bij dit type toeleveranciers zal dus sprake zijn van lagere inkomsten en minder belastingopbrengsten voor de overheid.”
Klerx benadrukt dat een lagere kwaliteit kan leiden tot negatieve reviews, wat op zijn beurt weer resulteert in lagere bezettingsgraden en lagere kamerprijzen. “Accommodaties met een reviewscore boven de 9 zijn aantoonbaar winstgevender. Ik heb onderzocht dat een verbetering van 1 punt in de reviewscore de kans op boekingen met 11,2 procent verhoogt en dus hogere kamerprijzen rechtvaardigt. Omgekeerd kunnen lagere reviewscores leiden tot aanzienlijk lagere kamerprijzen, wat de financiële druk op hotels verder vergroot.”
Zowel Driessen als Klerx wijzen op het risico dat de maatregel uiteindelijk minder belastinginkomsten zal opleveren dan verwacht. Klerx merkt op dat er geen gedegen onderzoek is gedaan naar de neveneffecten van de btw-verhoging, en dat dit kan resulteren in tegenvallende opbrengsten. “Het is mogelijk dat de overheid uiteindelijk minder belastingopbrengsten ontvangt dan waar ze op rekent, omdat lagere bezettingsgraden en dalende marges ook de winstbelasting en inkomsten uit andere belastingen kunnen verminderen,” aldus Klerx.
Driessen voegt toe: “In 2023 besteedden buitenlandse reizigers volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 19,6 miljard euro in Nederland. Een deel hiervan kwam van zakenreizigers, gasten die btw kunnen terugvorderen via het bedrijf waarvoor zij werken. Kijken we daarom alleen naar privéreizen van buitenlanders, dan gaat het om een uitgave 13,8 miljard euro. Gemiddeld gaat 23 procent van het vakantiebudget van buitenlandse verblijfstoeristen in Nederland naar accommodatie zelf, terwijl 77 procent (10,6 miljard euro) wordt uitgegeven in aanverwante sectoren.”
Op basis van de daling van 6,75 procent in het aantal overnachtingen zoals de rijksoverheid die voorspelt, betekent dit volgens Driessen maar liefst 826 miljoen euro minder bestedingen in aanverwante sectoren. “Dit leidt vervolgens bij een btw-percentage van 21 procent tot een daling van belastinginkomsten tot 179 miljoen euro. Dit is wel onder de aanname dat Nederlandse toeristen die niet langer ergens overnachten hun binnenlandse verblijf niet verruilen voor dagtripjes vanuit huis, maar hun vakantie in het buitenland vieren.”
De btw-verhoging heeft dus niet alleen gevolgen voor de hotels zelf, maar raakt ook de bredere toerismesector. Minder toeristen betekent ook een flinke klap voor bijvoorbeeld restaurants, musea en winkels die afhankelijk zijn van toeristische bestedingen.
De btw-verhoging volledig doorrekenen aan gasten ligt niet voor de hand, menen zowel Driessen als Klerx. Hotelkamers worden immers geprijsd volgens het principe van ‘dynamic pricing’, waarbij tarieven stijgen bij hoge vraag en dalen bij lage vraag. Driessen: “Dit systeem is niet uniek voor de hotel- en vakantieparksector, maar wordt ook toegepast in markten zoals energie en agrarische grondstoffen. Een cruciaal verschil is echter dat hotelkamers niet op voorraad kunnen worden gehouden; een niet-verkochte nacht betekent direct omzetverlies. Hierdoor kunnen kostenstijgingen, zoals een btw-verhoging, niet eenvoudig aan de consument worden doorberekend.”
In Amsterdam bijvoorbeeld, werden hotels gedwongen om in de eerste drie kwartalen van 2024 hun gemiddelde kamerprijs (ADR) met 1,8 procent te verlagen om de bezettingsgraad op hetzelfde niveau van 2023 (75,7 procent) te houden. Dit was een direct gevolg van toenemende concurrentie vanuit andere Europese hoofdsteden en de toenemende concurrentie met particuliere vakantieverhuur. Bovendien daalt de vraag naar hotelkamers snel wanneer psychologische prijsgrenzen worden overschreden, zoals een kamerprijs boven de 200 euro.
Een belastingverhoging, zoals een btw-stijging van 12 procentpunt van de omzet, kan daarom niet zomaar worden doorberekend. “Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben op de financiële resultaten”, beschrijft Driessen. “Tussen 2012 en 2019 was de gemiddelde winst voor belastingen in deze sector ongeveer 9 procent van de totale bedrijfsopbrengsten. Bedrijven die onder financiële druk staan, bezuinigen soms op essentiële aspecten die cruciaal zijn voor hun voortbestaan.”
Klerx pleit ervoor om goed na te denken over de neveneffecten voordat dergelijke maatregelen worden ingevoerd. “De onzekerheid onder ondernemers in de sector is groot. We weten simpelweg niet wat de precieze effecten zullen zijn, maar de signalen wijzen op een flinke negatieve impact,” aldus Klerx.
Tip: aanpassen factuur
Hotels en vakantieparken kunnen de belastingdruk enigszins verlichten door diensten die onder het lagere btw-tarief vallen, zoals eten, non-alcoholische dranken, toegang tot sport- zwem-, animatie- en speelfaciliteiten, apart op de factuur te vermelden. Ook hoeft toeristenbelasting niet belast te worden als deze apart op de factuur staat. Dit kan helpen om de extra belastingdruk te beperken.